Flesvoeding

Borstvoeding is de eerste voedingskeuze voor pasgeborenen. Het bevat naast voedingsstoffen ook afweerstoffen en andere beschermende stoffen die infecties en allergieën helpen te voorkomen. Soms zijn er omstandigheden waardoor je kiest om kunstvoeding aan je baby te geven, bijvoorbeeld bij het gebruik van bepaalde medicijnen.

Wat heb je nodig?

  • Minimaal 2 flessen met schaalverdeling, 1 kleine en 1 grote
  • Minimaal 2 spenen voor pasgeborenen
  • Een flessenreiniger (stalen draad met borsteltjes rondom)
  • Flessenwarmer of magnetron
  • Een pan om de flessen en spenen in uit te koken of een sterilisator
  • Kraanwater
  • Als je huis van voor 1960 is, kunnen er loden leidingen in zitten. Het beste is deze te vervangen omdat lood niet goed is voor de gezondheid, maar is dit niet mogelijk, gebruik dan mineraalwater voor de bereiding van
    voeding.

Hoeveel voeding?

  • Zes tot acht voedingen per dag zijn normaal voor een gezonde pasgeborene. Laat bij voorkeur maximaal 4 uur tussen twee voedingen in de eerste week.
  • De eerste dag krijgt een baby (afhankelijk van het geboortegewicht) 10-15 ml voeding per keer. De eerste 10 dagen worden de voedingen elke dag gemiddeld met 10cc opgehoogd (2e dag: 20 cc per voeding, 3e dag: 30 cc per voeding, etc.) Uiteindelijk is het de bedoeling dat je baby uitkomt op ongeveer 90-110 ml per voeding. De kraamverzorgster en de verloskundige helpen je hierbij. Omdat elke baby anders is, kan het zijn dat jouw kindje meer of minder dan deze hoeveelheid wil drinken; maak je geen zorgen. Tijdens de kraamweek kun je de verloskundige benaderen voor vragen en na je kraamweek kun je het consultatiebureau bellen bij vragen over de voedingen. Het consultatiebureau zal je ook vertellen wanneer je je baby meer dan 110 ml per voeding mag geven.
  • Te veel voeding kan krampjes, spugen en overgewicht veroorzaken. Het is niet erg als een baby een keer wat minder drinkt, de volgende keer kun je dan iets meer aanbieden.

Klaarmaken van de voeding

  • Handen wassen.
  • Alle spullen klaarzetten op een schone theedoek.
  • Kijk op het pak of blik voor de juiste verhouding voeding/water en houdt deze strikt aan! Let ook op de houdbaarheidsdatum. Verdun of verdik de voeding nooit, tenzij op advies van een arts.
  • Je kunt de voeding per fles klaarmaken of voor maximaal 24 uur vooruit. Per fles is het meest hygiënisch. Als je de voeding vooruit klaarmaakt kun je dit het beste met gekookt water doen. Het is dan het handigst om de schepjes poeder apart in een bakje af te tellen en ze daarna pas in het water te doen. Op die manier is het niet erg als je de tel kwijtraakt.
  • Strijk het maatschepje met poeder af met de achterkant een mes. Tik tegen het schepje met voeding voor je het in het water doet om de luchtbellen te verwijderen.
  • Het poeder met een schone garde of vork goed door het water mengen.
  • Bewaar de klaargemaakte voeding maximaal 24 uur in een afgesloten kan achterin in de koelkast (max 4C); zeker niet in de koelkastdeur.
  • Pak per voeding de juiste hoeveelheid en warm deze in de fles op in de flessenwarmer of de magnetron. Bij de magnetron regelmatig doorschudden tijdens het opwarmen, en daarna ook nog een keer. Controleer of de temperatuur goed is door een paar druppels op de binnenkant van je pols te laten vallen. Het is goed als je er niets van voelt.
  • Opgewarmde voeding niet meer opnieuw verwarmen.

Voeden per fles

  • Je voedt op verzoek. Dat betekent dat je leert kijken naar de hongersignalen die je baby geeft. Als hij op zijn handjes gaat zuigen of smakkende geluidjes maakt dan is dat een teken van trek. In het begin zal hij ongeveer om de 3-4 uur willen eten. Sommige baby’s hebben hun zuigbehoefte niet verzadigd na een voeding en blijven zoeken. Dit betekent niet dat ze niet genoeg gehad hebben! Een fopspeen is dan een goede oplossing.
  • Gebruik op de fles het speentje met het kleinste gaatje en een standaard brede speenvorm. De speen moet zo lang mogelijk zijn (lengte 2,5-3cm). Als je de speen met het kleinste gaatje gebruikt, dan komt de melk er niet vanzelf uit. Dan kan je kindje beter zelf bepalen hoe snel hij/zij wil drinken, zonder dat het mondje meteen vol met melk loopt.
  • Neem bij het voeden je kindje rechtop op schoot, lekker dicht tegen je aan met veel huidcontact. Slikken is makkelijker als je rechtop zit.
  • Bied de speen van de fles aan net als dat je de borst zou aanbieden. Beweeg met het uiteinde van de speen over de bovenlip en de huid boven de bovenlip. Dit kan je afwisselen met het strelen van de wang met de speen richting het mondje van je kindje. Als je kindje zijn/haar mond open doet, lok het happen naar de speen wat uit door de speen een klein beetje terug te trekken dat je kindje naar de fles moet reiken. Bied dan de speen aan en je kindje zal een grote hap nemen en gelijk gaan drinken.
  • Zorg dat de speen van de fles gevuld blijft met melk tijdens het drinken zodat er geen lucht bij komt. Houd de fles zo horizontaal mogelijk, hiermee schakel je de zwaartekracht uit. Dit betekent dat je kindje meer moet zuigen en masseren om de melk uit de fles te krijgen. Hierdoor wordt er aan de zuigbehoefte van je kindje voldaan.
  • Als je kind een drinkpauze neemt, trek de speen met de fles dan even terug. Je kunt de fles helemaal terugtrekken of deels. Kijk wat voor jullie het beste werkt. Een drinkpauze is normaal. Daarna zal je kindje weer verder drinken of is hij/zij klaar. Beide is goed. Je hoeft je kindje niet te forceren om de fles leeg te drinken. De behoeftes qua drinken kunnen per dag verschillen.
  • Let op tekenen van stress of ongemak bij je kindje: gespreide vingers e/o tenen, melk die wegloopt in de mondhoeken, zorgelijk kijken van je kindje, hoofd wegdraaien of fles wegduwen, naar binnen schrokken van de melk, hijgen of een gierende ademhaling. Dit kunnen tekenen zijn dat het voeden te snel gaat. Las dan een drinkpauze in om je kindje even bij te laten komen en pas je manier van voeden aan. Hierbij kan je hulpvragen van je verloskundige, een lactatiekundige of het consultatiebureau.
  • Het geven van een fles van 100 ml duurt gemiddeld 20-25 minuten. Elke baby is anders, dus het kan zijn dat jouw baby het anders doet. Duurt het erg lang of kort, kijk dan of een andere speen (bijvoorbeeld 3-standen speen) helpt.

 Na de voeding

  • Houd je baby rechtop tegen je aan, sommige baby’s laten dan een boertje.
  • Gooi de overgebleven voeding altijd weg. Spoel na gebruik de fles en speen goed om met koud water en zet ze leeg in de koelkast tot de volgende voeding.
  • Kook kunststofflessen en spenen dagelijks gedurende 3 minuten uit. Een glazen fles moet 10 minuten uitgekookt worden, en leg hierbij een doekje onder in de pan omdat hij anders kapot kan stuiteren tijdens het koken. Bewaar de uitgekookte flessen en spenen bij voorkeur afgedekt in de koelkast.
  • Plastic flessen die haarscheurtjes of barstjes vertonen moet je vervangen.
  • Spenen zijn na 6 weken versleten en moeten dan vervangen worden.

Belangrijk

  • De inhoud van een pak kunstvoeding is meestal 4 weken houdbaar, dus let hier goed op.
  • Voed je baby de eerste weken zoveel mogelijk zelf (beide ouders) en zorg daarbij voor veel huid-op-huid contact. Dit blijkt beter te zijn voor de ontwikkeling van een kind en zo leer je je kind snel kennen.
  • Je hoeft als je kunstvoeding geeft geen extra vitamine K aan je baby te geven, deze zijn al toegevoegd aan de voeding.
lactatieremming Meer over de kraamtijd Huilgedrag

Heb je vragen? Neem contact op met PUUR Kraamzorg

Of bekijk onze andere contactgegevens

 

Maak kennis met een deel van ons team kraamverzorgenden